Shirt Story - aflevering 24 : Wervershoof

 

T-shirts heb ik zat. Een paar planken vol, ik draag er toch al gauw een stuk of zes per week. Sommige van die T-shirts draag ik niet zomaar, daar heb ik een verhaal bij. Vandaag aflevering 24: Wervershoof.

Ik ben er (deze week) al 42 jaar weg, maar toevallig gaat het - in diverse gesprekken die ik voer -de laatste tijd vrij vaak over mijn geboorteplek . Januari 1980 trok ik weg, Eerst kortstondig naar een studentenflat in Amstelveen, per 1 oktober van dat jaar huurde ik een kamertje op de Koepoortsweg in Hoorn. 

Ik was krap 1 maand uit huis toen mijn vader overleed. Die had bijna heel zijn leven in dat kleine huisje aan de Dorpsstraat gewoond, alwaar hij een fors katholiek gezin liet groeien en bloeien. Toen hij wegviel, waren op twee na alle broers en zussen al uitgevlogen, maar allemaal bleven we met regelmaat terugkeren naar dat warme plekje , waar onze moeder ons met voorwaarden ontving voor koffie en/of een slaapplek. Die voorwaarde was dat er wel gekaart moest worden: de woorden "troeven" en "schudden" vielen bij ons vaker dan "rijkdom" of "bezit". 
Zelf had ik nog een andere reden om terug te keren naar het dorp: ik voetbalde er nog steeds, wat ik daar tot eind jaren 80 heb volgehouden. Ook toen mijn moeder in 1982 plotseling doodbleef, trok ik nog bijna wekelijks naar Soof , waar ik na de wedstrijd en de nazit altijd nog even het plaatselijke café of de plaatselijke dancing bezocht. Soms overnachtte ik bij vrienden, soms bij mijn broer die het ouderlijk huis had gekocht. Vriendschappen voor het leven gesloten, nog steeds kom ik enkelen van hen tegen, een aantal vrienden volgde mij in mijn trek naar Hoorn. 
We waren een archetypisch Wervershoofs gezin en toch ook weer niet. Onze hang naar kunst-cultuur en burgerlijke ongehoorzaamheid voegde niet altijd in een gelovig dorp dat wel vrede had met de naoorlogse kalmte. Wij trokken bijna allemaal verder, maar ...we bleven ook allemaal terugkeren. 


Nog elk jaar is de kermis-zondagmiddag een reden om samen te komen, als ware het een reünie. Altijd krijgen we vragen waar we nu dan wonen , wat we doen en of we niet normaal Westfries kunnen praten, maar het voelt toch echt thuis. Wervershoof zal dan ook nooit uit mijn hart zijn, zeker nu ik sinds iets meer dan een jaar ook nog 4 x per jaar een column mag leveren over mijn herinneringen aan "opgroeoen in een dorp" . De uitgever voor wie ik dat schrijf, is tevens de ontwerper van dit shirt. Op dat shirt het wapen van Wervershoof. Doet me altijd denken aan het glas-in-lood raam in het gemeentehuis van het dorp, waar mijn vader de laatste jaren van zijn leven werkte. Drie wortelen, als ingrediënten van de simpele doch voedzame stamppot die daar - in het mooiste dorpje aan de rand van het IJsselmeer- grote jongens van ons maakte. (Of beter nog: de boerenstamppot die wij zijn).





Reacties

Populaire posts van deze blog

...Of het werd wel weer licht

Broeder de Hoeder

Mi lobi yu - Suriname reis 5 feb- 23 feb 2024