Shirt Story, aflevering 51: Claw Boys Claw
T-shirts heb ik zat. Een paar planken vol, ik draag er toch al gauw een stuk of zes per week. Sommige van die T-shirts draag ik niet zomaar, daar heb ik een verhaal bij. Vandaag aflevering 51: Claw Boys Claw
Nou vooruit, nog één keertje dan. Nog 1 x ingescheept op de voortdenderende trein van het rockcombo Claw Boys Claw. Ze zijn bezig met hun afscheidstournee: the train it does stop going, it slows uiteindelijk dan toch down. En - naar wat ik gisteren heb ervaren - ik begrijp die beslissing en ik juich hem zelfs toe.
Aan alles was gisteren in het Patronaat namelijk te zien dat de band een zware last met zich mee torst: hun leeftijd! De founding fathers (gitarist John Cameron en zanger/podiumparel Peter te Bos) rocken al 42 jaar achtereen de scheuren in je ondergoed (in je bovengoed trouwens ook, ik trok destijds altijd mijn "CBC-overhemd" aan dat gewoon scheuren mocht oplopen tijdens het moshpit-uurtje). Toen ze begonnen was te Bos al ouder dan de andere bandleden, dat wreekt zich ruim 40 jaar later natuurlijk. Te Bos is halverwege de 70 inmiddels en dat verhindert hem om te handelen zoals ie altijd deed: hardlopen, springen, de zaal in duiken, de bandcollega's belagen, slingeren en smijten met alles wat hem voorhanden kwam. De stem is nog immer goed, de onvermijdelijke sarcastische humor ook (alleen die twee onderdelen al maken elk optreden van CBC de moeite waard). En net toen ik in de zaal stond te twijfelen of dit specifieke concertbezoek allemaal wel zo'n goed idee was geweest, rechtte Te Bos de rug en knalde er nog eens een onvervalste reeks krijsklassiekers uit: toegift "Rosie" was natuurlijk een verplichting maar het leek alsof de heren zich voor dat zoetgevooisde werk excuseerden. Want opeens was daar "Shake it on the rocks", dat werd afgetopt met het nog altijd indrukwekkende "So Mean" en meezingsucces "Superkid". De reeks toegiften toonden het ontzagwekkende belang van de band aan: de garagementaliteit, de stadse blues, het nog steeds fenomenale gitaarspel van Cameron en de bij vlagen nog licht brulboeiende stem van Te Bos. Heerlijk, ik was blij erbij te zijn geweest. Het is goed zo, de band heeft voor eeuwig een plekje in de soundtrack van mijn leven.
Want hoe mooi is het geweest, mensen : ik kreeg de kans om ze - alleen in 84 en 85 al een keer of tien te zien op grofkorrelige podia als Korsakoff, Troll in Hoorn, alle jongerencentra van Westfriesland. Ik bleef ze volgen, ik bleef ze opzoeken. Ik zag te Bos het podium van Pinkpop oprennen waarbij hij direct zijn schoenen het publiek in smeet ("ZO! IK WAS JULLIE VOOR!"), ik mocht bandsupport-dj zijn bij twee van hun optredens in het lokale muziekcentrum. Iets minder dan 10 jaar geleden zag ik ze nota bene nog in mijn eigen stamkroeg spelen: een onvervalste CBC-act met acrobatische Te Bos-toeren met een toiletdeur dwars door de zaak heen, wat hij uiteindelijk vervolgde door - de microfoon onder de kin geklemd- al zingend achter de tapkraan te gaan staan om voor de aanwezigen een paar pilsjes te tappen. Ik zag ze op het qua rock toch niet onaanzienlijke Klikofest de andere bands volledig naar huis spelen. Elke keer weer drong de energie en zeggingskracht van de band diep mijn vezels binnen, nooit werd ik teleurgesteld. Vermoedelijk zit ik tussen de 40 en 50 optredens in, die ik allemaal mijn hart en hoofd en mijn keel liet beïnvloeden. Je wordt ouder, papa, en dus je helden ook.
Reacties
Een reactie posten