Vakantie Madeira sept-okt 2017


Alweer een stevige set werkdagen achter de rug, ik zou bijna vergeten hoe heerlijk de vakantie is geweest. Wij doen eigenlijk altijd een combinatie van inspanning en ontspanning: vroeg het hotel uit, de pas erin. Op Madeira is dat uitstekend te doen: het is vergeven van de wandelroutes. Bergen en ravijnen, water en lucht, groen en blauw: het is er allemaal. Als je deze kiest, kies je voor een natuurvakantie. Degenen die minder mobiel zijn, laten zich het eiland rondrijden. De hypersportievelingen doen alles wandelend (en ik heb zelfs fietsers gezien in de bergen). Wij deden - gewone, normale Nederlander als wij zijn - een combinatie van beiden. Zowel excursies als wandelingen, zowel varen als kuieren.

Het eerste dagje was een inregeldagje: in het holst van de morgen van Schiphol vertrokken, mooi op tijd in de ochtend op de plaats van bestemming. Na inchecken het busje naar de stad Funchal genomen om daar weer eens opnieuw mee kennis te maken.

Direct boekten we een vaartochtje met de catamaran. Als het dan toch regenachtig en miezerig was, dan konden we dat beter op een wat ruigere zee doen. Zo leek het. Toen we de volgende dag uitvoeren, waren we al een beetje natgemotterd. Maar nog geen vijf minuten buiten de haven brak alles open: de oceaan was een spiegeltje, de zon deed al gauw zijn werk. Dit was fijn! Vooral toen we op de 3 uur durende vaartocht ook nog eens tegen vier verschillende soorten dolfijnenfamilies aanliepen. The Bottlenose, The Pilot Whale en nog twee die me inmiddels qua naam ontvallen zijn. Vrolijk dartelden ze rond ons bootje. En je kan zeggen wat je wilt, toeristisch of niet, maar het geeft je een fijn gevoel om die dieren te zien.

Daags erop: wandeling nummer 1. Paul de Serra was het doel: wandelen op een hoogvlakte, beetje stevig dalen en stijgen. Helaas helaas: we reden ernaar toe in dikke mist, het miezerde en het was koud. Gids Bruno zei het heel open tegen ons: dit is wat je de komende vijf uur gaat krijgen. Geen uitzichten, je bent binnen een half uur koud en nat terwijl je vijf uur moet. Als jullie willen wandelen, dan doen we het maar ik stel een plan B voor. Plan B werd het, gelukkig. Vanaf Prazeres een kilometer of 12 langs een levada, easy piecy. Maar toen "the boys were separated from the men". Waar andere wandelgroepen de levada bleven volgen, sloegen wij af en begonnen aan een heel steil en heel oud pad. Nog net niet loodrecht naar beneden, haarspelden all over the place. Ontzettend lastig, maar ook ontzettend mooi. Een fabelachtig uitzicht over de oceaan, langzaam kregen we het kustplaatsje Paul do Mar in zicht. Het geboorteplaatsje van een heeeeeel bekende voetballer, maar niet hypertoeristisch. Blij dat we uiteindelijk het caféétje met oceaanzicht bereikten.


Zondag was voor een excursie. Met een jeep door het midden van het eiland, een korte maar simpele wandeling bij Ribeiro Frio: de Balcoés- wandeling hadden wij zes jaar terug al gedaan, maar niet in deze weersomstandigheden. Mistig en nat , en dat zorgde ervoor dat het geheel aangenaam spooky werd. Fraai om te ervaren hoe de natuur er anders uit gaat zien als het weer er de baas is. We spendeerden de dag in goed Brits gezelschap: twee oudere echtparen, de een uit Schotland en de andere uit Yorkshire. Erg fijne gesprekken, heerlijk samen gegeten en uiteindelijk nog een fijn stukje door het regenwoud gejeept!




Maandag was een kalme dag: het weer knapte op, we deden wat zwemwerk en we togen naar het hoofdstadje en kropen in de kabelbaan naar het hoger gelegen Monte.

Dinsdag was opnieuw geblokt voor een wandeling: we wandelden een berg-/levadaroute rondom de voormalige hoofdstad Machico. Schitterend uitzicht over het dal rondom die stad, langs ravijnen en plantages. Makkelijke wandeling, beter voor de voetjes van Anneke, maar desalniettemin weer de ogen uitgekeken.






Next jeeptour: een irritant mannetje als gids die pas wat minder ergerlijk werd toen ie de andere gidsen in de andere jeeps achter zich gelaten had en hij met ons verder trok naar de noordoostpunt van het eiland. Want rumfabriek en forellenkwekerij zijn natuurlijk leuk en aardig, maar op dat ruige schiereiland (Punto de San Lorenzo) kwam ik pas echt aan mijn trekken: vulkanisch rode gronden, pulverend lavasteen en hard basalt, ruige rotsen en schitterende kliffen. Reeds lang zijn de vulkanen in ruste, een van hen was zelfs voor de helft afgesleten door de erosie van de oceaangolven. Maar wat maakt dat toch altijd een indruk op me. Blij word ik ervan, maar ook stil en eerbiedig: meneer natuur is de baas. Al miljoenen jaren. En ik ben blij dat ik daar af en toe wat effecten van mag aanschouwen.





Vrijdag. Mijn eega voelde zich niet geheel fit om de wandeling aan te gaan, dus ik sloot in mijn eentje aan bij een kleine groep. Levada-wandeling van Ribeiro Frio naar Portala. Menigmaal beschreven als de mooiste die ze hebben (niet de populairste, dat is de 25 Fontes-wandeling bij Rabacal). Opnieuw - het wordt vervelend - duizelingwekkende hoogten en diepgroene ravijnen, her en der uitzicht op de drie hoogste Pico's van het eiland. Ik was een blije gup: bergen doen wat met me en daar kon ik nog even optimaal van genieten.




We sloten de dag af met een cocktail in het dagelijkse happyhour, we kregen er bijna geen eten meer in: het was allemaal goed geweest. Inspannend , maar toch ook wel ontspannend. Weer opgeladen voor een paar maanden, het duurt weer even voordat we de koffertjes weer mogen pakken.

Reacties

Populaire posts van deze blog

...Of het werd wel weer licht

Broeder de Hoeder

Mi lobi yu - Suriname reis 5 feb- 23 feb 2024