Op(en) Café

 


Morgen gaan de cafés weer (ten dele) open. Dat vind ik fijn, ik ben een caféganger. En omdat ik gisteren voor het eerst sinds een maand of 10 weer eens in Amsterdam was, worden zulke feiten in mijn hoofd gecombineerd. Een ode aan de Amsterdamse kroeg, ik kom al 40 jaar op de meest diverse bruine lokalen. 

Hoewel ik natuurlijk ook Noord (de Pont), West (Westergasterras en West Pacific) en Oost (café Eik en Linde) wel frequenteerde , zitten het leeuwendeel van mijn historische favorieten toch wel in Centrum en Zuid. Daar liggen heel wat geld, heel wat lol , heel wat drank en oeverloos veel gesprekken van mij verstrooid. 

De Pijp bijvoorbeeld, met destijds de 2e vestiging van café Swaf, nu bierencafé Gambrinus. Was, samen met het verderop gelegen café de Kwibus, altijd de laatste stop voordat we bij het huis van mijn broer belandden. Ik had daarvan de sleutel, zodat ik altijd in de hoofdstad kon crashen en niet steeds op tijd met de trein terug hoefde. Dan hadden we doorgaans al een grote ronde door de wijk gemaakt: de reeks Carels-cafés bijvoorbeeld. Waarvan we in mijn herinnering Carels 1 en vooral Carels 2 in een van de Van der Helststraten vaker bezochten dan het vooral studentikoze Carels 3. Op de route lag ook café De Keulse Pot in de Ferdinand Bolstraat, waar we ooit na een nachtlang doorhalen verzocht werden het café te verlaten omdat men dicht ging. "Nee, niet door de voordeur, neem alsjeblieft deze deur". Waarna we opnieuw in een café belandden, maar ditmaal eentje met louter een dagvergunning. Het begon van voren af aan. 

In de Leidsebuurt kwamen we uiteraard in afspreekcafé Reijnders (altijd vooraf aan Paradiso) , zaten bij Hoopman en soms Eylders op terras. Na het concertbezoek togen we steevast naar het prachtcafé de Gieter, waar veel muziekliefhebbers rondhingen. En soms ook muzikanten zelf: nooit zal ik de stomdronken en oervervelende Joe Jackson vergeten die lallend en schreeuwend om voorrang vroeg voor een nieuwe bestelling "omdat ie net in Paradiso had opgetreden".  Dat laatste klopte, want wij kwamen er ook net vandaan. 

Verderop in die wijk uiteraard café de Tap op de Prinsengracht (en iets verderop café de Prins) waar we menig stapavondje startten omdat de broers boven de Tap woonden. In dit geval letterlijk. 

Vreemde eend in de bijt was hier café La Bastille, waar we alleen kwamen met Admedia-collega's , met wie de bacchanalen aaneen regen. (Zoals ik met mijn huidige collega's altijd bij Casablanca of Café Nol eindig, overigens. Elk bedrijf brengt weer andere rituelen met zich mee)


Als u me vraagt naar mijn favoriete hoek dan kom ik uit op de Nieuwmarktbuurt. Zeven jaar werkte ik op de Kloveniersburgwal, die plek gaat nooit meer weg uit mijn herinnering. 
Stevens, de Kaasbeurs en Cuba, Fontein ook, allemaal heerlijke terrassen. Het literaire De Engelbewaarder met louter Weekbladpers-collega's als bezoeker. Dijk120 en the Old Sailor tijdens de evenementen. Molly Malone en "In t Aepjen". Allemaal prachtig !
Maar geen van alle hierboven genoemde plaatsen kan tippen aan het - in mijn bescheiden doch niet onervaren ogen- beste café van Amsterdam : Lokaal 't Loosje op de Nieuwmarkt. Schrijvers en kunstenaars, studenten en kantoorpikken, zwervers en junkies, statige mensen naast sjofele mensen: 't Loosje heeft het allemaal. Vele totaal uit de hand gelopen borrels met de broers, fijne zitjes met mijn vrouw, zelfs liederlijke lunches met WPG-collega's : alles kan daar, alles komt daar. Ik heb er enorm zin in: op zeker ga ik daar deze zomer weer eens zitten. 

Tenslotte: u denkt natuurlijk "maar Begt woont toch in Hoorn"? Klopt helemaal, daar laat ik me ook niet onbetuigd. Maar de levenslust van Amsterdam, de smeltkroes van stijlen en mensen die daar rondhangen, die mis ik misschien nog wel meer. Best of both worlds, zo ben ik. Proost!





Reacties

  1. Wat een ontzettend leuk verhaal Bert. Halsema zal je dankbaar zijn met al die accijnzen, precario's en binnenlandse gasten! :)
    Micro-kanttekening: ik mis de Eland. Bestaat die niet meer? Toen ik in Amsterdam werkte eind jaren 70 hadden we daar vaak de vrijmibo voordat dat zo heette.
    En nog een tip: in de autobio's van Igor Cornelissen (sinds zeer kort zaliger nagedachtenis) vind je leuke verhalen en anekdotes over de Engelbewaarder en tal van 020-kroegen anno jaren 60, 70 en 80!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dank, Johan. Fijn dat je het met zoveel plezier gelezen hebt.
    Ik pretendeer niet volledig te zijn geweest in mijn opsomming, want ik zag dat ik bijvoorbeeld Café De Huyskamer in de Utrechtsestraat niet heb genoemd, Welling in de Concertgebouwbuurt, de Mono in de Bilderdijkstraat niet heb genoemd en zo nog wel een paar.
    Ze zitten (gelukkig) overal, en ik hoop van harte dat ze allemaal de grote dip weer te boven komen.
    Igor Cornelissen ken ik als langdurig Vrij Nederland-redacteur : reeds lang voor ik voor het blad ging werken was ik langjarig abonnee. Ik pendelde in die jaren steeds tussen Kloveniersburgwal en Raamgracht (en de boekenuitgeverijen had ik op Singel) . Vele markante persoonlijkheden daar ontmoet. Fijne herinneringen (en niet alleen bij mij zo te zien).

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

...Of het werd wel weer licht

Broeder de Hoeder

Mi lobi yu - Suriname reis 5 feb- 23 feb 2024