Emmy Laan - een wereldzuster
Ze was er altijd. Elke verjaardag, elk feestje (tenminste: als ze niet op reis was). Steevast een kwartier te vroeg belde ze aan, verjaardagskaart mét financiële bijdrage in de hand. Voor ons was dat fijn want je kreeg – hoewel je precies dan in de laatste voorbereidingen van je feestje zat- op deze manier de kans haar even solo te spreken, nog voordat de stroom aan broers en vrienden luidruchtig haar keurige Haarlemse woorden zou overstemmen.
Ze was er altijd
al. Als eerstgeborene van stamvader Gert Laan heeft ze ons allemaal zien komen:
eerst tijdens de oorlogsjaren haar broer en zus, een decennium later nog eens
een trits aan broertjes die jaar op jaar tevoorschijn kwamen. Wij zijn zelf inmiddels
(bijna)bejaarden, maar Emmy was er al. Oudste zus, een wijze vrouw met een
ongekend hoge menselijke interesse. Niet alleen voor haar familie, maar juist
ook voor anderen. Voor de échte anderen ook vooral: ze las zich helemaal stuk
op literatuur en informatie over vreemde volken en culturen. Het zette haar aan
het reizen, het bracht haar op vele bijzondere plekken. Nu wij door haar
nagelaten fotoboeken mogen bladeren, zien we dat ze op elke reis contact maakte
met de lokale bevolking. Zodanig zelfs dat ze afspraken met hen maakte om bij
ze thuis te komen eten. Daarmee maakte ze zich wegwijs in volken en gebruiken,
omdat ze er simpelweg vanuit ging dat ze er alleen maar van kon leren: als andere
gebruiken en gewoontes al jarenlang door een volk gebezigd worden, wie zijn wij
dan om daar iets slechts of naars in te zien? Ze streefde een gelijkwaardigheid
na die simpel leek, maar in de praktijk toch vaak complex bleek. De mens is van
nature goed: Emmy hoopte het zo, ze hoopte het overal op de wereld te vinden.
De tijd was niet
lief voor haar: ze werd geboren tijdens een grote wereldbrand, haar vormende
tienerjaren werden gekenschetst door armoede en stichtelijke dwang, waardoor ze
nooit de richting heeft kunnen kiezen die ze zo graag wilde: lezen, culturele
kennis vergaren, onderwijzen. Het zou allemaal anders lopen, pas ná haar
kloosterjaren kon ze eindelijk haar eigen stempel op haar levenspad gaan
drukken. Waar ze uiteindelijk glorieus in slaagde: omringd door een groepje
dierbare vrienden en vriendinnen kon ze eindelijk de wereld gaan ontdekken, kon
ze haar culturele honger gaan stillen en zichzelf in geestelijke zin verrijken
(want ja, die “gelofte van armoede” jengelde nog immer in haar achterhoofd). Vanaf
haar 30e bezocht ze tientallen landen, trok ze naar het Concertgebouw voor klassieke concerten en maakte ze kennis met vele nieuwe landgenoten (vanwege haar voorliefde voor
Turkije zou ze meerdere gezinnen bijstaan met Nederlandse les om ze daarmee een
zetje te geven in de inburgering). Niets was haar vreemd. Nee, beter zeg ik:
niemand was haar vreemd. Ze was aandachtig, ze was helpend, elk mens was haar
medemens.
Toen de jaren
begonnen te tellen, werd haar wereld kleiner. Ze werd -soms zelfs letterlijk –
breekbaar, de deur die altijd zo wagenwijd open had gestaan ging eerst op een
kiertje en later liefst gewoon dicht. Boodschappen deed ze steeds minder vaak,
het aan haar deur gebrachte Tafeltje Dekje-eten kreeg vaker een plekje in de
koelkast dan op de eettafel. Niet langer ging de interesse uit naar verre
landen en verre gebieden, het was zo dicht om haar heen al lastig genoeg.
Opeens belde ze niet meer aan met die verjaardagskaart in de handen, het reizen
naar haar familie werd een last voor haar en ‘nee hoor, jullie hoeven me ook
niet de hele tijd te bellen of bij me langs te komen.” Ze kromp, haar wereld
kromp. En dat kon uiteindelijk niet eeuwig duren. Na een val belandde ze in een
revalidatiecentrum respectievelijk een verzorgingshuis. Daar leek ze – na dat
vederlichte begin- weer enigszins op krachten te komen. Totdat een val ook die
stijgende lijn brak. En haar heup. Emmy belandde op bed om daar vervolgens niet
meer uit te komen. Het werden nog enkele zware weken, maar uiteindelijk vond ze
rust. Een rust die nu eeuwig is: haar reizende ziel hangt nu boven ons, haar
inspiratie is voor ons eeuwig. Een slimme vrouw, een sociale vrouw: iedereen
die zei Emmy te kennen, bevestigde dat met een glimlach. Het is een prachtige
erfenis: we beseffen hoeveel mensen ze geraakt heeft met haar aandacht, met
haar attente woorden en haar gulle lach. We zullen haar aanwezigheid moeten
missen, maar tegelijkertijd zullen we dat eigenlijk nooit doen. Want ze was er.
Altijd al.
Biografie
(deze schreef ik voor het verplegend personeel van het Reinalda-huis, zodat zij iets meer achtergrondkennis hadden over hun nieuwe bewoonster)
De wereld is een
ongure plek op het moment dat zij wordt geboren. In een armlastig gezin in het
Westfriese plattelandsdorpje Wervershoof komt op 7 mei 1940 Emma
Divera Laan ter wereld. Ze is nog maar drie dagen oud als in Nederland de
Tweede Wereldoorlog binnendringt. Huilen deed ze toch al, maar dit drama zet
een zwaar stempel op de rooms-katholieke streek waar ze gaat opgroeien.
Twee jaar later
een broertje, nog weer twee jaar laten een zusje erbij. Ondanks de gruwelen van
die oorlog (die zich in haar gezin vooral in de gedaante van armoede en honger
vertonen) komt het gezin de periode ogenschijnlijk ongeschonden door. Helaas slaat
direct daarna het noodlot alsnog hard toe: in 1946 overlijdt haar moeder Martha
Bakker waardoor weduwnaar Gert Laan er opeens met drie kinderen alleen
voor staat. Zijn zuster Lies biedt hulp: terwijl broer Gert stevig aan
de bak moet om de kost voor het jonge gezin te verdienen, zorgt zij voor de
kinderen en voor het eten. Een prachtige oplossing, maar helaas een tijdelijke.
Na 7 jaar hulp
meldt tante Lies aan haar broer dat zij een man ontmoet heeft en wil gaan
trouwen. Gert zal dus iets anders moeten bedenken om gezin en werk te gaan
combineren. De oplossing komt snel: via een contactadvertentie in de Volkskrant
leert Gert zijn aanstaande kennen: de Apeldoornse Trees van de Beld- die
op dat moment in het oosten van het land als huishoudster bij de pastoor van de
gemeente Rossum werkzaam is- wordt op 7 juli 1953 Gert’s tweede vrouw.
Hoewel dat klinkt
als een gelukkige oplossing, is het vooral voor Emmy stevig schakelen. Ze is
amper 13 jaar maar moet dan al aan haar derde “moedertype” leren hechten. Dat
gaat niet vanzelf: Trees is mede met Gert getrouwd omdat ze zelf ook graag
moeder wil zijn. Het blijkt een succesvolle veronderstelling: jaar op jaar komt
er een nieuw broertje in het gezin dat uiteindelijk uit Gert en Trees en tien
kinderen zal bestaan.
Emmy komt als
oudste kind in de knel: een druk en armlastig gezin is niet de beste plek om op
te groeien, de aandacht moet verdeeld worden onder alle kinderen. Wanneer ze
nauwelijks de leeftijd van 17 jaar heeft bereikt, komt haar vader met een
mededeling die haar leven verder zal bepalen: er is een plek voor haar geregeld
in het franciscanessenklooster in Haarlem. Het wordt haar gemotiveerd
als de beste oplossing: zij krijgt de kans op meer individuele aandacht en het
gezin heeft simpelweg een mond minder te voeden. Niet onbelangrijk detail
hierin is dat het gezin Laan al meerdere broeders en zusters tot het religieuze
ambt heeft gebracht. Emmy zou de eerste van de volgende generatie zijn die God
zal gaan dienen.
Ze vertrekt uit
het gezin, legt de gelofte van armoede af en gaat uiteindelijk als zuster
Theresa aan het werk in het Haarlemse Mariaziekenhuis. Met enige regelmaat
komen haar ouders met de kinderen langs, ze straalt rust en tevredenheid uit,
althans: die indruk geeft ze. Want nog voordat ze haar 12,5-jarig
zusterjubileum viert, heeft ze al een verzoek tot uittreding gedaan. Dat
wordt vanuit het verre Rome gehonoreerd: Emmy is 30 als ze opeens als jonge en
“vrije vrouw” in de wereld staat.
Die wereld, die
gaat voor haar open, zij het met een bescheidenheid die Emmy haar hele leven
lang kenmerkt. Ze gaat aan het werk (schoolarts-assistente o.a.), koopt een
klein huisje in de Haarlemse Leidsebuurt en kijkt om zich heen wat er
nog meer in het aardse leven te koop is. Rode wijn! Sigaretten! Al snel
ontwikkelt ze haar passies: ze verslindt alle boeken die ze in de lokale
bibliotheken kan vinden, ze reist op zaterdagmiddag naar het Amsterdamse
Concertgebouw waar ze de muzikale sensaties van het Vara-Matinee
ondergaat. Maar bovenop dat alles komt haar interesse in de mensenwereld tot
uiting in de ontwikkeling van haar reislust. Ze tekent in op
groepsreizen naar Nepal en Suriname, ze trekt naar Afrika en bezoekt
vriendinnen in Spanje. Maar ook dichter bij huis duikt ze in andere culturen: ze
leert de Turkse taal om vervolgens Turkse kinderen van gezinnen in haar
wijk te gaan helpen met taallessen. Dat ze dat met kunde en toewijding doet,
bewijzen de veelvuldige contacten die die Turkse kinderen met haar onderhouden
als ze reeds lang de volwassen leeftijd hebben bereikt.
Met haar zus en
haar broer heeft ze levendig contact, maar ook de jongens uit het tweede
huwelijk van haar vader kunnen op de attente aandacht van Emmy rekenen: geen
verjaardag gaat voorbij of Emmy staat voor de deur, steevast met een verjaardagskaart
en een bankbiljet voor de jarige in de hand. Jarenlang leidt ze haar
bescheiden, doch harmonieuze leven totdat de ouderdom aan haar gaat knagen. De
voorbereidingen die de broers en schoonzussen treffen voor haar 80e
verjaardag schuift ze aan de kant: ze heeft geen behoefte aan een feestje, ze
hoeft geen koffietafel met een taartje meer. Het is genoeg. Meer en meer trekt
ze zich terug, met als gevolg dat de mensen om haar heen steeds scherper gaan
letten op haar gesteldheid en haar verzorging. Zelf heeft ze er vrede mee dat
het allemaal minder wordt, gedoe blijft voor haar gedoe. Natuurlijk geniet ze
van het bezoek dat ze nu op haar nieuwe woonplek krijgt, maar gedoe, dat
blijft het.
Epiloog
Op 1 februari j.l, 7,25 u, stopte dat immense hart van haar met kloppen. Het slaat opnieuw een gat in onze familie, het snijdt ons opnieuw een stukje verder af van een zowel armoedige als rijke tijd van onze familiegeschiedenis.
We beseffen dat de leegte die ze achterlaat rijkelijk gevuld wordt met prachtige herinneringen aan een lieve vrouw. Dag Emmy, dag Lachende Laan!
Reacties
Een reactie posten